De midwinterhoorn

Een natuurinstrument met een rijke geschiedenis

 

De midwinterhoorn

Midwinterhoorn blazen is een oude traditie die hoofdzakelijk wordt uitgevoerd in het oosten van Nederland. Verschillende regio’s zijn dan ook bezig deze traditie nog in ere te houden. Het verhaal wil dat de midwinterhoorn geblazen werd om het wegblazen van het donker en de geesten te eren zodat er een goede oogst zal plaats vinden.

Het maken van de hoorn

De hoorn wordt gemaakt van twee delen hout, uitgegutst zodat je een holle pijp krijgt die aan het begin heel dun is en aan het einde dik met een kleine kromming. Meestal worden de hoorns gemaakt van wilgen, berken of elzen. Zie hieronder voor het proces.

De buitenkant van de hoorn

De buitenkant van de stam moet eerst zo bewerkt worden dat deze de vorm van een hoorn krijgt. Dit kan met behulp van verschillende gereedschappen. De grove bewerking kan eerst met een zaag gedaan worden, daarna volgt het trekmes. Hiermee kan de juiste vorm van de hoorn bereikt worden. Daarna volgt de fijne bewerking met schuurpapier.

Het smalste eind waar het mondstuk in komt dient ongeveer 5 cm dik te worden, het andere uiteinde moet ongeveer een doorsnede van 10 a 15 cm krijgen. Door de hoorn egaal van dun naar dik te laten lopen, krijgt de hoorn de ideale vorm.

Bewerken van een midwinterhoorn met een trekmes

De binnenkant van de hoorn

Bij de volgende stap wordt de hoorn doormidden gezaagd met een fijne zaag. Op elke helft wordt door middel van een potloodlijn de dikte van de wand aangegeven, dit is ongeveer 5 mm. Nu kan er begonnen worden met het uithakken van de hoorn. Dit doet men meestal met een guts (ronde beitel) en een houten hamer. Bij het smalste laatste stuk waar straks het mondstuk in komt, moet men een gat boren met een diameter van ongeveer 16 mm en een lengte van ongeveer 5 cm.

Zodra beide helften volledig uitgehakt zijn, wordt de binnenkant glad geschuurd. Eventueel kan daarna gecontroleerd worden of bij het brede deel van de hoorn, de rand nog mooi recht is. Hier kan eventueel de hoorn nog afgezaagd worden zodat de rand mooi recht is.

De afwerking

Als de beide helften klaar zijn kun je de midwinterhoorn aan elkaar lijmen of alleen met behulp van biezen aan elkaar maken. Bij de laatste optie gaat het om een natte hoorn.

De beide helften dienen op de rand ingesmeerd te worden met houtlijm en dienen op elkaar geplaatst te worden. Door middel van slangklemmen die strak om de hoorn geplaatst worden, kan de houtlijm op de juiste manier drogen. Zodra de lijm droog is, kun je de buitenkant van de hoorn afwerken met fijn schuurpapier (vaak laten de slangklemmen kleine inkepingen achter). De buitenkant wordt verder afgewerkt met beits (optioneel) en lak. Bij voorkeur lak je de hoorn meedere malen, waarbij de biezen vóór de laatste laklaag aangebracht worden. De breedte van de biezen en de afstand er tussen is naar eigen smaak te bepalen.

Let op dat de binnenkant van de hoorn niet gelakt mag worden, maar bijvoorbeeld (verwarmde) lijnolie kan wel. Verder kan een touw of leren veter aan de hoorn gemaakt worden om deze te kunnen dragen.

De happe

Als laatste onderdeel wordt het mondstuk (de spool of happe) gemaakt. Dit is een ca. 12 tot 15 cm lange tuit dat meestal gemaakt wordt van eenjarig vlierhout. Ook de happe loopt van smal tot breed. Het smalle einde van de happe heeft een diameter passend bij het smalle uiteinde van de hoorn. De grootste zijde is schuin afgezaagd, de grootte van het gat dat hierin geboord wordt is afhankelijk van de voorkeur van de blazer (hier worden de lippen tegenaan gezet)

Op de afbeelding zijn voorbeelden van de spool of happe te zien, met geheel rechts de Duitse happe.